Reactie KNVB Op Onderzoek Naar Geweld In Amateurvoetbal
25 januari 2014 
in Nieuws

Reactie KNVB Op Onderzoek Naar Geweld In Amateurvoetbal

ZEIST – De DSP-groep en Politie en Wetenschap hebben zaterdag 28 december 2013 de resultaten van hun onderzoek naar de omvang, ernst en aanpak van geweld binnen het amateurvoetbal gepubliceerd. Ook doen zij aanbevelingen ter de preventie en aanpak van het thema.

DSP vroeg betrokkenen van 25 uiteenlopende clubs en organisaties in hun omgeving, zoals politie en gemeenten, naar hun ervaringen met voetbalgeweld. Ook de KNVB werkte mee aan het onderzoek.

Excessen

De onderzoekers schatten dat er jaarlijks bij circa 1.000 wedstrijden sprake is van een excessief incident. De schatting levert volgens het onderzoeksteam geen representatief beeld op, maar geeft wel een goede indruk van het probleem.

De KNVB registreerde in het seizoen 2012/’13 412 excessen bij de 752.395 wedstrijden. Dit is een daling van 15% ten opzichte van het voorgaande seizoen. Ook is er een verschuiving te zien van collectieve excessen naar individuele excessen. De bond zet hiermee in op het daadwerkelijk straffen van de daders en niet het hele team.

Het verschil tussen de 1.000 excessen die de onderzoekers noemen en de 412 die de KNVB registreerde, wordt mogelijk veroorzaakt doordat de onderzoekers op basis van hun onderzoek een schatting hebben gemaakt, terwijl de KNVB de cijfers presenteerde van geregistreerde excessen die door een onafhankelijke tuchtcommissie mondeling zijn onderzocht en die de tuchtcommissie heeft veroordeeld als een daadwerkelijk exces.

Bernard Fransen, voorzitter amateurvoetbal van de KNVB, zei daarover in Nieuwsuur (zaterdag 28 december): “We moeten niet gaan steggelen over dat aantal. Ieder exces is er een te veel.”

Aanbevelingen

De aanbevelingen van het onderzoeksteam komen in grote mate overeen met de acties die de voetbalbond al onderneemt. In aanvulling op bestaande maatregelen – onder andere uit het VSK overheidsprogramma – lanceerde de KNVB in maart 2013 het actieplan ‘Tegen geweld voor sportiviteit’.

Het actieplan bestaat uit een tiental actiepunten die zowel preventief als repressief direct invloed hebben op het bevorderen van sportiviteit en het tegengaan van geweld op het voetbalveld. Voorbeelden zijn de hulplijn noodgevallen, het meldpunt wanordelijkheden, een tien minuten tijdstraf, een verscherpte controle van de spelerspassen en het inzetten van extra waarnemers die wedstrijden bezoeken en de KNVB informeren over eventuele ongeregeldheden.

Samenwerking staat centraal

Een belangrijke aanbeveling van het onderzoeksteam is het verder ondersteunen van verenigingen. Verenigingen nemen een centrale positie binnen de maatschappij in en kunnen een belangrijke rol vervullen bij het aanpakken van dit maatschappelijke vraagstuk. De KNVB gelooft er in dat samenwerking met andere (maatschappelijke) partijen zoals gemeenten, politie, scholen of jeugdzorg een grote meerwaarde zou zijn.

Fransen (Nieuwsuur, 28 december 2013): “Dit is een veel breder probleem dan wij als KNVB aankunnen. Samenwerking tussen verschillende partijen is een aanpak die absoluut helpt. We moeten de straatcultuur, de thuiscultuur, de schoolcultuur en voetbalcultuur met elkaar verbinden.”

Begeleiding verenigingen

Onder de noemer ‘ketenaanpak’ begeleidt de KNVB verenigingen om onderdeel te worden van de lokale veiligheid- en zorgketen. Een voorbeeld is een samenwerking met HALT. Om een positief en veilig sportklimaat te stimuleren, is het volgens de KNVB van belang ongewenst gedrag in een vroeg stadium te signaleren en hierop te reageren.

HALT maakt een veiligheidsanalyse met daarin aandacht voor het al bestaande beleid van de verenigingen en de (beleving van) sociale en fysieke veiligheid. Op basis van deze analyse volgt een advies over hoe verenigingen de veiligheid eventueel verder kunnen bevorderen.

De KNVB kan de verenigingen vervolgens ondersteunen bij het uitvoeren van het advies. Zo worden voetbalverenigingen ondersteund met de specifieke kennis en maatschappelijke ervaring van HALT. De samenwerking was in 2013 nog een pilot bij drie verenigingen, maar wordt in 2014 voortgezet en uitgebreid.

Congres voor gemeenten

Een ander voorbeeld is een congres dat plaats gaat vinden op 12 maart 2014. Dan organiseert de KNVB samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de Vereniging Sport en Gemeenten, de ministeries VWS en V&J en NOC*NSF een congres voor de 32 grootste gemeenten om de samenwerking tussen voetbalverenigingen en andere partijen in hun gemeente te stimuleren.

In verschillende gemeenten zijn daar al voorbeelden van. Zo wordt in Rotterdam gewerkt met een sportpedagoog die spelers, coaches en het bestuur van verenigingen begeleidt en is in Amsterdam en Utrecht bij enkele voetbalverenigingen het initiatief ‘vreedzaam’, dat voorheen vooral vanuit het onderwijs werd geïnitieerd.

Individuele ondersteuning

Naast de ketenaanpak blijft individuele ondersteuning van verenigingen een belangrijk onderdeel van de KNVB om sportiviteit en respect te bevorderen. Afhankelijk van de behoefte van verenigingen zijn er diverse mogelijkheden, zoals de modules ‘Sportief Besturen’ en ‘Sportief coachen’.

Ook kunnen verenigingen een verenigingsbox aanvragen. De verenigingsbox is samengesteld uit allerhande instrumenten die verenigingen kunnen gebruiken om zelf aan de slag te gaan met sportiviteit en respect. Er zijn voorbeelden van beleidsinstrumenten (gedragsregels, sanctiebeleid, 10 minuten gesprekken) die ze kunnen gebruiken en middelen om avonden voor elke doelgroep binnen de vereniging te organiseren. In de box zitten bijvoorbeeld een handleiding, presentaties, video’s en uitnodigingsmateriaal.

Gedragsregels opstellen

Tot slot stimuleert de KNVB verenigingen om gedragsregels op te stellen die passen bij de vereniging en deze zichtbaar binnen de vereniging te publiceren.

Dit beleid werpt volgens de voetbalbond vruchten af. Zo zijn er steeds meer verenigingen die een protocol hebben ontwikkeld voor buitensporig ongewenst gedrag en hebben nagenoeg alle verenigingen (95%) gedrag- en tuchtregels opgesteld die aangeven welk gedrag binnen de vereniging gepast is en welk gedrag niet.

Reactie plaatsen